De industry 4.0 trend lijkt voor vele bedrijven nog een verre droom. Termen zoals Internet of Things (IoT), cloud computing en predictive analytics lijken veel te beloven, maar ze in een bestaande omgeving integreren is een ander paar mouwen.
Een van onze klanten vroeg onze experts om de OT-hardware en -software die ze al een tijdje gebruiken met elkaar te laten communiceren. Zo kunnen ze zichzelf klaarstomen voor die nieuwe industriële fase. Laat dat nu net een van onze sterkhouders zijn bij Cronos aan de Leie!
Gedurende drie maanden werkten we samen met de klant om dit project tot een goed einde te brengen. We leverden in die periode niet alleen een proefproject op, maar ook een volledig afgewerkte architectuur. Zo kan de klant verder blijven groeien en onze aanpak ook op andere sites integreren.
Benieuwd hoe we dit project hebben aangepakt? Lees dan snel verder!
Opfrisbeurt
Het verhaal van onze klant zal je ondertussen ongetwijfeld bekend in de oren klinken. Na een periode van sterke groei op de internationale markt beheren ze verschillende sites, maar die verschillen nogal op vlak van maturiteit voor zowel OT als IT. Door hun succes moet onze klant haast onmogelijk snel groeien om de snel stijgende vraag naar meer afgewerkte goederen te kunnen bijbenen.
Er wordt daarom niet alleen geïnvesteerd in nieuwe machines en sites, maar ook in manieren om de bestaande infrastructuur efficiënter te maken. De klant kwam al snel uit op industry 4.0, maar die vernieuwende technologieën vereisen vaak zogenaamde “open mesh data platforms”. Die dataplatformen opzetten is niet vanzelfsprekend, dus de klant benaderde ons om hun bestaande infrastructuur van een grondige opfrisbeurt te voorzien.
Stap voor stap
Het werd voor ons team meteen duidelijk dat dit project maatwerk ging worden. We startten bewust met een “pilot plant”: een testsite die als proefproject kon dienen. Belangrijk was dat die nieuwe testsite in verbinding kon staan met de huidige infrastructuur, maar evengoed op zichzelf kon werken.
We begonnen door samen met de klant de juiste architectuur en technologieën te bepalen. Als deel daarvan zochten we naar geschikte industriële gateways: verbindingspoorten om de verschillende delen met elkaar te laten communiceren als eerste stap naar IoT.
Nadat we de infrastructuur geplaatst hadden, gebruikten we “smoke testing”: een techniek om software te testen op stabiliteit. In die testfase moest ons systeem meer dan vijfhonderd waardes per seconde van de machines naar de cloud kunnen sturen.
Eens we zeker waren dat ons systeem ook onder belasting bleef werken, gingen we op zoek naar een rendabele manier om al die informatie te verwerken en op te slaan. We tekenden samen met de klant een volledig nieuw datamodel uit dat aan dezelfde eisen moest voldoen als de infrastructuur: schaalbaar, robuust en verbonden.
In de laatste fase van ons pilootproject zorgden we voor een handig overzicht in de software. Zo kon de klant inzicht krijgen in de performantie van de site, die cijfers koppelen aan de vooropgestelde quota’s, en bijsturen waar nodig. Dankzij dat inzicht kan de klant nu ook blijven vernieuwen en verbeteren.
Ruimte voor uitbreiding
Nadat ons proefproject een klinkend succes bleek, werd het tijd om een stap verder te denken. Het achterliggende idee bleef namelijk om diezelfde oplossing wereldwijd in te voeren. Zo kunnen niet alleen de machines binnen een site, maar alle sites onderling met elkaar communiceren.
Natuurlijk waren we hier van meet af aan op voorbereid. Dankzij onze schaalbare insteek kostte het relatief weinig moeite om dit pilootproject uit te breiden naar een overkoepelende architectuur voor zowel nieuwe als bestaande infrastructuur. We zijn momenteel volop bezig om de klant verder te begeleiden in dat proces, zodat ze wereldwijd een toonaangevende rol kunnen blijven spelen.